Deze wetswijziging heeft de Vlaamse Belastingdienst echter op ideeën gebracht. In een recent gewijzigd administratief standpunt heeft de Vlaamse Belastingdienst zijn visie over de conventionele terugkeer tot uiting gebracht en dit heeft belangrijke gevolgen voor de belastingplichtige. De huidige visie van de Vlaamse Belastingdienst is de volgende:
Indien bij een schenking een gewoon (dus niet optioneel) beding van conventionele terugkeer voorzien werd, dan keren de geschonken goederen bij de vervulling van de ontbindende voorwaarde automatisch terug naar de schenker, zonder dat deze nog een wilsuiting moet doen. Bijgevolg behoren de geschonken goederen niet tot het actief van de nalatenschap van de begiftigde en is er daarop dus ook geen erfbelasting verschuldigd. Hier heeft voormelde wetswijziging niets veranderd.
Indien daarentegen bij een schenking een optioneel beding van conventionele terugkeer voorzien werd, is er volgens de Vlaamse Belastingdienst sinds de wetswijziging wel een fiscale impact mogelijk. Bij de vervulling van de ontbindende voorwaarde (het vooroverlijden van de begiftigde dus) ontstaat er immers slechts een recht in hoofde van de schenker om de conventionele terugkeer al dan niet in te roepen. Als de schenker de conventionele terugkeer inroept, ligt een ontbindende voorwaarde voor en wordt de schenking ontbonden. Sinds de wetswijziging geldt zo’n ontbinding echter enkel voor de toekomst. En hier stelt de Vlaamse Belastingdienst dat, aangezien de ontbinding voortaan slechts voor de toekomst werkt, de geschonken goederen wel degelijk deel uitgemaakt hebben van de nalatenschap van de begiftigde (althans tot op het moment dat de schenker zijn keuze tot inroeping van de conventionele terugkeer gemaakt heeft). In dergelijk geval zouden volgens de Vlaamse Belastingdienst de geschonken goederen dus wel degelijk aan de erfbelasting moeten onderworpen worden!
Intussen heeft bepaalde rechtsleer al heel interessante kritiek geuit op deze toch wel (str)enge visie van de Vlaamse Belastingdienst. Eén van de tegenargumenten is of de Vlaamse Belastingdienst wel een wettelijke grondslag heeft om de effectieve belasting van de geschonken goederen in de successierechten te rechtvaardigen. Het laatste kruit is in deze zaak dus zeker nog niet verschoten! Wordt vervolgd...
Gelukkig is het gewijzigde wetsartikel slechts van aanvullend recht en kunnen de partijen bij een schenkingsovereenkomst hiervan afwijken. Dit wordt door de Vlaamse Belastingdienst trouwens ook zelfs expliciet vermeld in zijn standpunt. Bij een bankgift kan men dus perfect uitdrukkelijk bedingen dat de optionele ontbindende voorwaarde toch terugwerkende kracht heeft zodat de hierboven vermelde valkuil kan vermeden worden.