Ouders die in de loop der jaren een aanzienlijk roerend vermogen hebben opgebouwd, kunnen op een bepaald ogenblik de wens uiten om een deel van dit vermogen aan hun kinderen te schenken. Bijvoorbeeld om hen een financieel duwtje in de rug te geven, of gewoon om de verschuldigde successierechten bij overlijden van één van of beide ouders te verminderen. Hoewel schenken een eenvoudige zaak lijkt, moeten de ouders toch met heel wat zaken rekening houden, zoals de burgerrechtelijke, fiscale en zelfs psychologische aspecten van de schenking.
Feiten
Jan en Julie, respectievelijk 70 en 69 jaar oud, zijn gehuwd zonder huwelijkscontract. Tijdens hun huwelijk hebben ze met hun beroepsinkomen een aanzienlijk roerend vermogen opgebouwd, waaronder een effectenportefeuille ter waarde van 2.000.000 euro en daarnaast nog liquiditeiten ter waarde van 400.000 euro. Jan en Julie hebben 2 meerderjarige dochters, An en Greet. An is alleenstaand. Greet is gehuwd zonder huwelijkscontract met Marc. Na een fikse ruzie hebben Jan en Julie geen contact meer met hun schoonzoon. Ze hebben tot nu toe nog niets ondernomen voor de planning van hun roerend vermogen.
Persoonlijke doelstellingen
Jan en Julie zijn, gelet op hun leeftijd, tot het besef gekomen dat ze een aanzienlijk deel van hun vermogen niet meer nodig zullen hebben. Ze vrezen bovendien dat er bij hun overlijden hoge successierechten verschuldigd zullen zijn. Daarom overwegen ze de helft van hun effectenportefeuille (1.000.000 euro) te schenken aan hun twee dochters. Daarnaast wensen Jan en Julie hun dochter An te helpen met de aankoop van een bouwgrond door haar 100.000 euro te schenken. Ze vinden het daarnaast belangrijk om hun dochters volledig gelijk te behandelen en overwegen om op een later tijdstip ook Greet een zelfde bedrag te schenken.
Jan en Julie stellen zich daarbij wel nog een aantal vragen: wat zijn de voor- en nadelen van een schenking? Kunnen ze nog inkomsten behalen uit de geschonken effectenportefeuille? Wat als één van hen overlijdt, zal de langstlevende echtgenoot nog recht hebben op de inkomsten? Op welke manier kan het best geschonken worden? Kan schoonzoon Marc bepaalde rechten laten gelden op de effectenportefeuille eens die aan Greet wordt geschonken? Wat bij een vooroverlijden van An of Greet?
Wat zijn de voor- en nadelen van een schenking?
Schenken aan de kinderen is een belangrijke stap in het leven van Jan en Julie. Zij hebben immers in de loop der jaren een mooi vermogen opgebouwd, waarvan ze een deel door te schenken definitief en onherroepelijk aan de kinderen zullen overdragen. Dit is meteen ook het voornaamste nadeel van een schenking: in tegenstelling tot bijvoorbeeld een testament dat tijdens het leven van de opsteller in principe steeds gewijzigd kan worden, kan de ouder-schenker behoudens in uitzonderlijke gevallen niet meer terugkomen op een aan de kinderen gedane schenking.
Een voordeel van de schenking is dat het begiftigde kind al tijdens het leven van zijn of haar ouders een bepaald project kan realiseren. Zo zal An met de schenking van haar ouders een bouwgrond kunnen aankopen en moet ze dus niet ‘wachten’ tot het overlijden van (één van) haar ouders om tot de aankoop te kunnen overgaan.
Ouders schenken echter niet altijd met de bedoeling om de kinderen te helpen bij de realisatie van een bepaald project. Vaak doen ze dit om de successiefactuur bij hun overlijden te verlichten. Stel dat Jan en Julie niets ondernemen, dan zullen bij hun overlijden de volledige effectenportefeuille en liquiditeiten deel uitmaken van hun nalatenschap, en dus aan de successierechten onderworpen worden.
De kinderen, en in voorkomend geval de langstlevende echtgenoot, zullen progressieve successierechten verschuldigd zijn op wat ze uit de nalatenschap van de overledene verkrijgen. Afhankelijk van het bevoegde gewest bij het overlijden van de ouders bedraagt het hoogste tarief 27% (in het Vlaams Gewest) dan wel 30% (in het Waals en Brussels Hoofdstedelijk Gewest). Indien Jan en Julie de effectenportefeuille aan hun kinderen zouden schenken, dan zullen afhankelijk van het bevoegde gewest op het moment van de schenking en de wijze van schenken ofwel geen schenkingsrechten/registratierechten verschuldigd zijn of zal een vast tarief van 3 of 3,3% van toepassing zijn (zie hierna). Behoudens uitzonderingen worden deze schenkingen bovendien niet meer aan de successierechten onderworpen. Door de schenking wordt bovendien het vermogen van Jan en Julie, dat nog overblijft op het moment van hun overlijden en dat dus in principe aan de successierechten zal onderworpen worden, verminderd. Kortom, door te schenken kunnen Jan en Julie een belangrijke belastingbesparing realiseren.
Houd rekening met de ’psychologische’ aspecten van de schenking
Wanneer ouders op het punt staan om een aanzienlijk deel van hun vermogen aan de kinderen over te dragen, kunnen bij hen bepaalde emoties of angsten opdoemen. Vaak wordt daar ten onrechte weinig of geen rekening mee gehouden. Zo hebben ouders soms angst om te vroeg te veel te willen schenken en stellen ze daarom hun schenking uit. Maar vaak is het zo dat hoe ouder men wordt, hoe moeilijker men het heeft om daadwerkelijk tot schenken over te gaan. Soms gebeurt er zelfs helemaal niets. Men spreekt dan van ’verstarring’. Daarnaast zijn ouders vaak ongerust over hoe hun kinderen zullen reageren eens ze een aanzienlijke schenking ontvangen. Welbekend is het ’ferrari’-syndroom of de angst van de ouders dat de kinderen onnodige luxueuze uitgaven zullen doen. Een andere bron van zorg voor de ouders is dan weer het ’hangmat’-syndroom. Daarbij vrezen de ouders dat de kinderen hun verdere studies of professionele loopbaan zullen verwaarlozen, net omdat ze een aanzienlijke schenking ontvangen hebben. Ten slotte bestaat er soms ook de vrees voor de ’koude kant’, namelijk de angst dat de bestaande of toekomstige schoonkinderen inspraak krijgen in de geschonken goederen of erger nog, zich bij een echtscheiding een deel van deze goederen kunnen toe-eigenen.
Dit is het hangmatsyndroom, of de vrees van de ouders dat de kinderen na een grote schenking hun carrière of studies zullen verwaarlozen. Dit syndroom is iets moeilijker te bestrijden dan het Ferrarisyndroom. Eén mogelijke manier om dit te verhelpen is niet alles in één keer te schenken maar dit gefractionneerd, over de jaren heen dus, te doen. Er kan begonnen worden met een testschenking van een klein deel van de effectenportefeuille, om dan enkele jaren later een volgende schijf te laten vallen, enzovoort. Voor het nog niet geschonken gedeelte kan eventueel een overlijdensverzekering voor een bepaalde periode genomen worden. Is een deel van het vermogen nog niet weggeschonken en overlijdt één van de ouders, dan zal de verzekeraar een kapitaal uitbetalen waarmee de erfgenamen dan de successierechten kunnen betalen. Het spreekt vanzelf dat als het risico (het overlijden dus) zich tijdens de verzekerde periode niet voordoet, de betaalde premies wel definitief verloren zijn.
Hoeveel kunnen ouders aan hun kinderen schenken?
Een schenking aan de kinderen is in principe definitief en onherroepelijk. Indien ouders te veel wegschenken riskeren ze later bij hun kinderen te moeten aankloppen om financiële steun te verkrijgen. Hoeveel vermogen ouders nog moeten overhouden na een schenking om een leven zonder financiële zorgen te kunnen leiden is een persoonlijke vraag en hangt af van hun levensstandaard. Vooraleer tot schenken over te gaan, brengen de ouders dus best hun toekomstige inkomsten en uitgaven in kaart, waarbij ook nog rekening gehouden wordt met onverwachte uitgaven.
Schenken als voorschot op erfdeel of buiten deel?
Een schenking aan de kinderen kan worden gedaan als voorschot op erfdeel dan wel buiten deel. Wanneer een ouder een schenking als voorschot op erfdeel aan zijn kind doet, dan geeft de ouder-schenker enkel een voorschot op het erfdeel van het kind in de nalatenschap. Bij overlijden van de ouder-schenker zal het begiftigde kind de waarde van de schenking moeten inbrengen in de te verdelen massa, d.w.z. de verzameling van alle goederen die bij overlijden van de ouder-schenker onder diens erfgenamen zullen verdeeld worden. De ingebrachte schenking zal vervolgens verrekend worden met het erfdeel waarop het kind recht heeft. Die inbreng heeft tot doel om de gelijkheid tussen de kinderen te waarborgen.
Indien een ouder een schenking buiten deel doet aan één van de kinderen, dan wenst hij het betreffende kind meer te geven dan het andere. Met andere woorden de ouder-schenker wenst zijn kinderen niet gelijk te behandelen bij de verdeling van diens nalatenschap. Wel zal moeten nagegaan worden of deze schenking niet het voorbehouden erfdeel (de reserve) van het andere kind heeft aangetast. Is dit wel het geval, dan kan het benadeelde kind de inkorting vragen van de betreffende schenking om zo zijn reserve te herstellen.
Zowel de inbreng als de inkorting van een schenking gebeurt in principe in waarde. De begiftigde moet dus niet de gekregen goederen zelf inbrengen maar wel de waarde ervan. In principe gebeurt de inbreng aan de waarde op het moment van de schenking, maar met een indexatie op basis van de index van de consumptieprijzen vanaf het moment van de schenking tot op het moment van het overlijden van de ouder-schenker. Heeft de begiftigde echter niet het recht om te beschikken over de volle eigendom van het geschonken goed (bv. omdat de ouder-schenker zich een vruchtgebruik heeft voorbehouden dan wel een vervreemdingsverbod heeft opgelegd) dan wordt de schenking gewaardeerd aan de waarde op het ogenblik dat de begiftigde dit recht verwerft (bv. bij overlijden van de schenker).
We keren even terug naar Jan en Julie. Zij wensen hun kinderen steeds gelijk te behandelen en beslissen om te schenken als voorschot op erfdeel. De effectenportefeuille van 1.000.000 euro wordt door Jan en Julie op hetzelfde ogenblik in blote eigendom geschonken aan de kinderen. Bijgevolg zullen de kinderen dezelfde waarde moeten inbrengen in de te verdelen massa bij een overlijden van Jan en/of Julie. De gelijkheid tussen de kinderen blijft hier gewaarborgd.
Jan en Julie wensen daarnaast ook een schenking aan An te doen van 100.000 euro en op een (veel) later tijdstip ook hetzelfde bedrag aan Greet te schenken. Op het moment van overlijden van Jan en/of Julie zullen beide dochters hun schenking die ze van de overledene verkregen hebben moeten inbrengen. Gelet op het tijdsverschil tussen beide schenkingen, zal An door het mechanisme van de indexatie een hogere waarde moeten inbrengen dan haar zus Greet. Het gevolg is dat An Greet zal moeten compenseren, hoewel ze destijds exact hetzelfde bedrag gekregen hebben. Een eenvoudige manier om dit te vermijden is om erover te waken aan An en Greet steeds dezelfde waarde op hetzelfde ogenblik te schenken. Is dit om een of andere reden niet mogelijk, dan kunnen Jan en Julie samen met An en Greet een globale erfovereenkomst afsluiten waarbij ze voor eens en voor altijd de waarde vastpinnen van de gedane schenkingen.
Hoe wordt de effectenportefeuille het best aan de kinderen geschonken?
Jan en Julie wensen de helft van hun effectenportefeuille te schenken aan de kinderen met als voornaamste doelstelling de erfbelasting op hun nalatenschap te verminderen. Jan en Julie willen dan ook zoveel mogelijk beschermende voorwaarden en modaliteiten toevoegen aan hun schenking. We bespreken hieronder de voornaamste.
Vooreerst zouden ze ervoor kunnen kiezen om te schenken met voorbehoud vruchtgebruik. De kinderen verkrijgen dus enkel de blote eigendom van de effectenportefeuille. Voordeel van deze wijze van schenken is dat Jan en Julie als vruchtgebruiker onmiddellijk volle eigenaar worden van de burgerrechtelijke vruchten (zijnde de interesten, dividenden, coupons) van de effectenportefeuille. Dit strookt met hun doelstelling om de inkomsten van de geschonken effectenportefeuille te blijven ontvangen.
Jan en Julie wensen daarnaast dat de langstlevende onder hen ook nog steeds het conventioneel vruchtgebruik op de volledige effectenportefeuille kan genieten, met inbegrip van alle lasten en voorwaarden die in de schenkingsakte werden voorzien. Om deze doelstelling te bereiken, kunnen ze als last van de schenking elk in hun voordeel bedingen dat bij overlijden van een van hen, de kinderen aan de langstlevende het levenslang vruchtgebruik zullen laten over de door de eerststervende geschonken goederen. Anders gezegd, enkel bij overlijden van de langstlevende onder Jan en Julie zullen An en Greet de volle eigendom van de geschonken goederen bekomen. De fiscale administratie aanvaardt dat deze last zonder successie- of registratierechten/schenkbelasting kan uitgevoerd worden.
Jan en Julie laten ook best een beding van conventionele terugkeer opnemen in hun schenkingsakte. Dit beding zorgt ervoor dat de geschonken goederen naar henzelf terugkeren in het geval van het vooroverlijden van An of Greet. Dit gebeurt in principe zonder successie- of registratierechten/schenkbelasting. Het staat Jan en Julie vrij om de teruggekeerde goederen opnieuw te schenken aan de nog levende dochter of in voorkomend geval de kleinkinderen.
Om te vermijden dat An of Greet de blote eigendom van de effectenportefeuille zouden vervreemden tijdens het leven van Jan en Julie zonder hun toestemming, kunnen deze laatsten een vervreemdingsverbod in de schenkingsakte laten opnemen. Door de angst dat schoonzoon Marc op één of andere manier rechten zou kunnen laten gelden op de aan Greet geschonken effectenportefeuille, kunnen Jan en Julie in de schenkingsakte een verbod tot inbreng in een huwgemeenschap/onverdeeldheid/vennootschap laten opnemen. Met dit beding verbindt Greet zich ertoe om de geschonken goederen niet in te brengen in eender welke gemeenschap (zoals een huwgemeenschap), onverdeeldheid of vennootschap.
Volgens het Burgerlijk Wetboek, kunnen Jan en Julie als vruchtgebruikers nog steeds zelf de portefeuille verder beheren. Hun schoonzoon kan zich dus niet moeien met het beheer van de aan Greet geschonken effectenportefeuille. De vruchtgebruiker moet de portefeuille wel steeds beheren als een goede huisvader, waarbij beleggen in uiterst risicovolle producten bijvoorbeeld uit den boze is. In de schenkingsakte wordt wel best voorzien dat de vruchtgebruiker zelf ook een beheersvolmacht kan geven aan een derde (bv. aan de bank indien gekozen wordt voor discretionair vermogensbeheer of aan één of meerdere begiftigden indien de vruchtgebruiker het beheer niet zelf meer wil doen).
Een schenking met voorbehoud van vruchtgebruik dient in principe notarieel te gebeuren en is in alle gevallen onderworpen aan registratierechten. Indien het een Belgische notaris betreft, zal deze een schenkbelasting (Vlaams Gewest) of registratierechten (Waals en Brussels Hoofdstedelijk Gewest) inhouden, en deze doorstorten aan de bevoegde administratie. Om te weten welke gewestelijke regelgeving op een schenking van toepassing is, moet men nagaan in welk gewest de schenker zijn fiscale woonplaats heeft op het moment van de schenking. Heeft de schenker achtereenvolgens in verschillende gewesten gewoond gedurende de laatste vijf jaren voor de schenking, dan ligt zijn fiscale woonplaats in het gewest waar hij gedurende die periode het langst zijn fiscale woonplaats gehad heeft. Het tarief van de schenkbelasting bedraagt in het Vlaams Gewest 3% (vast tarief) net zoals het tarief van de registratierechten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het tarief van de registratierechten in het Waals Gewest bedraagt dan weer 3,3% (vast tarief). In elk gewest wordt de belasting steeds berekend op de waarde van de volle eigendom van de geschonken goederen, ook al wordt enkel de blote eigendom geschonken.
Indien Jan en Julie zouden kiezen voor een buitenlandse notaris, moeten ze zelf in België de schenkingsakte aanbieden ter registratie binnen de 4 maanden volgende op het verlijden van de schenkingsakte en daarbij de verschuldigde registratierechten betalen.
Hoe worden de liquiditeiten het best aan An geschonken?
De bedoeling van deze schenking is louter om An (en eventueel later Greet) een financieel duwtje in de rug te geven. Jan en Julie weten dat de gelden goed besteed zullen worden en wensen geen zware voorwaarden of modaliteiten toe te voegen aan de schenking. Jan en Julie zouden dan ook kunnen overwegen om een bankgift te doen aan An. Een bankgift is een onrechtstreekse schenking waarbij de schenker eerst een neutrale rechtshandeling stelt, namelijk het overschrijven van gelden op de rekening van de begiftigde waarna schenker en begiftigde vervolgens een bijkomend onderhands document opstellen en ondertekenen (de zogenaamde pacte adjoint). Met dit document toont de schenker o.a. zijn begiftigingsinzicht aan en kan hij bepaalde voorwaarden en/of modaliteiten aan de schenking toevoegen. Algemeen wordt voorgehouden dat een bankgift enkel de volle eigendom van de geschonken goederen tot voorwerp heeft.
Het voordeel van de bankgift is dat Jan en Julie de gelden kunnen schenken zonder tussenkomst van een notaris en zonder verplichte betaling van de schenkbelasting/registratierechten. Wel dienen ze nog 3 jaar (in het Vlaams en Brussel Hoofdstedelijk Gewest) of 5 jaar (in het Waals Gewest) na de schenking in leven te blijven. Overlijdt één van beiden (of beiden) toch binnen deze periode, dan zullen de door de betreffende echtgenoot (echtgenoten) geschonken goederen toch onderworpen worden aan de successierechten.
Jan en Julie kunnen eventueel wel nog een beding van conventionele terugkeer opnemen in de pacte adjoint. Dit beding zorgt ervoor dat de geschonken goederen of de tegenwaarde ervan naar hen terugkeren in het geval van het vooroverlijden van An. Dit gebeurt in principe zonder successie- of registratierechten/schenkbelasting. Het staat Jan en Julie vrij om de teruggekeerde goederen opnieuw te schenken aan de nog levende dochter of in voorkomend geval de kleinkinderen.
Besluit
Schenkingen zijn nog steeds het instrument bij uitstek om een roerende vermogensoverdracht naar de volgende generatie te realiseren. Het grote voordeel van de schenking is dat de geschonken goederen behoudens uitzonderingen niet meer aan successierechten zullen onderworpen worden. Nadeel is dat een schenking naar de kinderen in principe definitief en onherroepelijk is. Bovendien mogen ook de financiële en psychologische aspecten van de schenking niet vergeten worden. Denk dus goed na vooraleer u die belangrijke stap zet en laat u steeds adviseren door uw notaris of een specialist in vermogensplanning.
Heeft u vragen?
Stel uw vragen of praat over uw vermogensplanning door contact op te nemen met uw adviseur, notaris en/of de dienst ‘Estate planning - Private Banking’ van Deutsche Bank.