Publicitaire communicatie

  • Onze selectie
  • Duurzaam fond
  • Morningstar
  • Risico-indicator
  • Doelstelling
Rating morningstar
Risico-indicator
Doelstelling

Bij Deutsche Bank stellen we U een unieke aanpak voor, gebaseerd op 3 sleuteldoelstellingen: Liquiditeiten, Bescherming en Groei. .
Meer weten

Categorie
Valuta
Morningstar Categorie
Inkomsten

Kapitalisatie: de opbrengsten worden nooit uitgekeerd, maar herbelegd in het fonds.
Distributie: het fonds kan beslissen om de opbrengsten uit te keren onder de vorm van een jaarlijks dividend of coupon.

Startdatum
Einddatum
NIW ()

De NIW wordt verkregen door de totale waarde van de netto activa van een tracker (ETF) te delen door het aantal deelbewijzen. Wegens een tracker (ETF) op de beurs noteert, kunnen deze gekocht en verkocht worden doorheen de beursdag tegen de marktprijs, die hoger of lager kan zijn dan de NIW. Het proces van creatie en opheffing is zo ontworpen om erop om de koersen van een tracker (ETF) te convergeren richting de NIW.

Replicatie

Er zijn twee grote groepen tracker's, elk met een eigen structuur. Het verschil zit in wat het tracker feitelijk in portefeuille houdt. Tracker's met fysieke replicatie houden de effecten van de index die ze volgen, daadwerkelijk in portefeuille. Tracker's met synthetische replicatie maken gebruik van derivaten om zo het rendement van de referentieindex na te bootsen.

Markt

Documenten

Beleggingsbeleid

Het hierboven vermelde beleggingsbeleid is afkomstig uit de KID.

De beheerder kan de commercialisering van het compartiment in België stopzetten.

Evolutie van de netto-inventariswaarde

Evolutie van de netto-inventariswaarde in de munt van de tracker

Er zijn te weining gegevens beschikbaar over de voorbije prestaties van deze tracker. Het is daarom niet mogelijk om beleggers hierover bruikbare informatie te geven.

Bron: Morningstar. De evolutie van de Netto-inventariswaarde van de ICB. De evolutie van de NIW zijn uit het verleden en vormen geen betrouwbare indicatie voor toekomstige waarden. De gegevens betreffende de evolutie van de NIW sinds lancering zijn gelimiteerd tot een periode van 10 jaar.

Duurzaamheidsindicatoren

SFDR-classificatie :
Art. 9Financieel product met een duurzame beleggingsdoelstelling.

Zie voor meer details zie de Publicatie van duurzaamheidsinformatie.


ESG-classificatie van MSCI :
CCC B BB BBB A AA AAA
LAGGARDS AVERAGE LEADERS
Het feit dat het compartiment deze rating heeft gekregen, betekent niet dat het product aan uw duurzaamheidsvoorkeuren voldoet. Indien er geen zwarte driehoek verschijnt in de bovenstaande schaal, betekent dit dat de rating niet beschikbaar is bij MSCI voor het product in kwestie.

Bij de beleggingsbeslissing moet rekening worden gehouden met alle kenmerken en doelstellingen van het product, niet alleen met ESG- en duurzaamheidscriteria.

Belangrijkste risico's

Risico-indicator

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
Lager risico Hoger risico

De risico-indicator komt uit het Essentiële-informatiedocument en gaat ervan uit dat je het product (ten minste) de aanbevolen houdperiode aanhoudt.

Beleggingsproducten kunnen in waarde stijgen of dalen en het is mogelijk dat beleggers het bedrag van hun belegging niet recupereren. Hieronder vindt u een algemene omschrijving van de risico’s die aan dit type van fonds zijn verbonden, zoals door ons (Deutsche Bank AG Bijkantoor Brussel) bepaald.

Index risico

De prestaties van het fonds zullen niet exact de prestaties van de index repliceren. Schommelingen op de markt, veranderingen in de samenstelling van de index alsook transactiekosten kunnen de oorzaak k van dit verschil in prestaties zijn.

Duurzaamheidsrisico

Een duurzaamheidsrisico is een gebeurtenis of situatie op milieu-, sociaal of bestuursgebied die, indien hij zich voordoet, een reëel of potentieel wezenlijk nadelig effect kan hebben op de prestaties van de belegging.

U vindt een gedetailleerde beschrijving van deze risico’s in het Essentiële-informatiedocument.

Details

Makelaarsloon

(Order doorgegeven via internet)

Het makelaarsloon wordt naargelang uw financiële dienstverlening vermeld in de brochures "Tarieven voor de voornaamste bank- en effectenverrichtingen" of "Tarieven Private Banking" met meer details betreffende de verschillende gereglementeerde markten (Euronext, Xetra , Londen,...).

Fiscaliteit

Kosten beïnvloeden het rendement. Lopende kosten (beheerskosten en andere administratieve of operationele kosten) alsook portfolio transactiekosten worden doorlopend geheven terwijl kosten zoals bijvoorbeeld in- of uitstapkosten op eenmalige basis wordan aangerekend. Hoe korter de rententieperiode van de belegging, hoe meer de eenmalige kosten zullen doorwegen op het totale rendement. Als voorbeeld, de jaarlijkse participatiekost voor een belegging in een fonds met een instapvergoeding van 1,5% (geen uitstapvergoeding), en een totale jaarlijkse vergoeding van 1,75%, bedraagt 3,25% voor een verkoop na 1 jaar, 2,25% voor een verkoop na 3 jaar en 2,05% voor een verkoop na 5 jaar. Het precontractuele document "Informatie over kosten en taksen" verschaft de belegger een nauwkeuriger en gekwantificeerde informatie over de van toepassing zijnde kosten.

Alvorens in te tekenen moet u kennisnemen van het Essentiële-informatiedocument en het prospectus. We bevelen u ook aan om de tarieven en de laatste periodieke verslagen van de bevek door te nemen. Deze documenten kunt u raadplegen in het Nederlands en in het Frans op deutschebank.be en zijn gratis verkrijgbaar in de Advisory Centers van Deutsche Bank AG Bijkantoor Brussel als distributeur en bij de financiële dienstverlener van het fonds.

Meer info kunt u terugvinden in het document Samenvatting van de rechten van beleggers, dat eveneens beschikbaar is in het Nederlands en in het Frans.

Voor al uw klachten kunt u zich wenden tot de dienst Client Solutions Tel. +32 02 551 99 34 ;Fax +32 2 551 62 99, E-mail: clienten.dienst@db.com of bij de Ombudsman – adres: Ombudsfin vzw, North Gate II, Koning Albert II-laan 8, bus 2, B 1000 Brussel; e-mail: ombudsman@ombudsfin.be; website: www.ombudsfin.be.

Geïnteresseerd in deze tracker?

Inschrijven via uw online banking

Heeft u vragen?

Contact opnemen

Een tracker, ook wel ETF (Exchange Traded Fund) genoemd, is een fonds* dat wordt verhandeld op een effectenbeurs. Ze kunnen dus gekocht en verkocht worden gedurende de handelsdag op de beurs, zoals een genoteerd instrument. Trackers hebben als doelstelling de evolutie van een vooraf bepaalde beursindex zo dicht mogelijk te repliceren. * De term fonds is de gemeenschappelijke benaming voor een “Instelling voor Collectieve Belegging” (ICB), die kan bestaan onder het statuut van een ICBE (UCITS) of een AICB (niet-UCITS), en die diverse juridische vormen kan aannemen (BEVEK, GBF, enz.). Een ICB kan compartimenten bevatten.

Trackers zijn financiële instrumenten waarvan de prijs afhangt van de schommelingen op de financiële markten; zij vallen dus niet onder het herroepingsrecht wanneer zij worden gekocht op afstand of buiten verkoopruimten, volgens art. VI 58, §2 van het Wetboek van Economisch Recht.

Beleggingsproducten zijn onderhevig aan risico's. Ze kunnen in waarde stijgen of dalen en het is mogelijk dat beleggers het bedrag van hun belegging niet recupereren.

  1. Een duurzaam fonds is een belegging in een economische activiteit die bijdraagt tot een milieu-, maatschappelijke en/of bestuursdoelstelling en een duurzame beleggingsdoelstelling nastreeft. Het product is geclassificeerd als artikel 9 SFDR (Verordening (EU) 2019/2088 inzake informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector). Voor meer informatie, zie het prospectus.

  2. Morningstar is een onafhankelijke leverancier van beleggingsanalyses. De Morningstar Rating is een kwantitatieve evaluatie voor de prestaties in het verleden van een beleggingsfonds rekening houdend met het risico en de verrekende kosten. Zij houdt geen rekening met kwalitatieve elementen en wordt berekend op basis van een (wiskundige) formule. De beleggingsfondsen worden gerangschikt per categorie en vergeleken met gelijkaardige beleggingsfondsen, en op basis van hun score krijgen ze één tot vijf sterren. In elke categorie, krijgen de 10% hoogste scores 5 sterren, de volgende 22,5% 4 sterren, de middelste 35% 3 sterren, de volgende 22,5% 2 sterren en de slechtste 10% één ster. De rating wordt maandelijks berekend op basis van het historisch rendement over 3, 5 of 10 jaar en zij houdt geen rekening met de toekomst.

  3. De SRI (Summary Risk Indicator) geeft een indicatie van het risico verbonden aan de belegging in een instelling voor collectieve belegging. Hij waardeert het risico op een schaal van 1 (kleiner risico) tot 7 (hoger risico). De laagste categorie wijst er niet op dat de belegging zonder risico is. De indicator is gebaseerd op historische gegevens en kan mogelijkerwijs geen betrouwbare indicatie vormen van het toekomstig risicoprofiel van het fonds. De aangeduide risicocategorie wordt niet gegarandeerd en kan wijzigen in de tijd. Indien de valuta van het product niet euro (EUR) is, dient u rekening te houden met het wisselkoersrisico. Uw uiteindelijke winst of verlies zal dus ook afhangen van de wisselkoers tussen de twee munten. Met dit risico wordt geen rekening gehouden in bovenstaande indicator.

  4. Bij Deutsche Bank stellen we U een unieke aanpak voor, gebaseerd op 3 sleuteldoelstellingen: Liquiditeiten, Bescherming en Groei.
    Meer weten

  5. Verordening (EU) 2019/2088 inzake informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector.

  6. De ESG-scores die MSCI toekent, variëren van AAA voor de beste classificatie tot CCC voor de slechtste classificatie. Ze worden berekend op basis van criteria van ondernemingen die actief zijn in dezelfde sector. MSCI Inc. is een Amerikaanse financiële onderneming en een wereldwijde leverancier van beursindexen en ratings. De ESG-rating van MSCI mag niet worden verward met de rating van S&P, die de financiële draagkracht van een onderneming, regering of verrichting beoordeelt. Meer informatie over de MSCI-methodologie vindt u op https://www.msci.com/esg-ratings.

  7. Dit betreft beleggingen in activiteiten die bijdragen aan een kwantificeerbare milieu- of sociale doelstelling (bv. toegang tot drinkwater, energietransitie, circulaire economie enz.). De ondernemingen waarin wordt belegd, moeten bovendien goede bestuurspraktijken naleven.

  8. Dit betreft beleggingen in een economische activiteit die een aanzienlijke bijdrage levert aan een of meer van de 6 milieudoelstellingen van de EU-taxonomie. De 6 milieudoelstellingen van de EU-taxonomie zijn: mitigatie van klimaatverandering, adaptatie aan klimaatverandering, duurzaam gebruik en de bescherming van water en mariene hulpbronnen, transitie naar een circulaire economie, preventie en beheersing van verontreiniging en de bescherming en herstel van biodiversiteit en ecosystemen.

  9. Dit betreft beleggingen die als doel hebben hun negatieve impact op bepaalde ESG-factoren te beperken of uit te sluiten, zoals de uitstoot van broeikasgassen, controversiële wapens, de schending van de beginselen van het Global Compact van de Verenigde Naties, sociale factoren enz. Deze indicatoren stemmen overeen met de belangrijkste negatieve effecten (Key Negative Impacts - KNI's) zoals ingevoerd door de Europese SFDR-verordering (Sustainable Finance Disclosure Regulation).

  10. De lopende kosten zijn exclusief prestatievergoeding. De lopende kosten worden berekend op basis van de KID. Deutsche Bank AG Bijkantoor Brussel ontvangt een percentage van de beheervergoeding van de fondsbeheerder in de vorm van retrocessies. Over het algemeen varieert dit percentage tussen 50% en 60%. Meer bijzonderheden zijn op verzoek verkrijgbaar bij Deutsche Bank AG Bijkantoor Brussel.

  11. Sommige fondsen kunnen onder bepaalde voorwaarden een prestatievergoeding (soms ook outperformance-vergoeding genoemd) in rekening brengen bovenop de gewone vergoedingen. In het algemeen is de (out)performance fee een variabele vergoeding die afhankelijk is van de vraag of het fonds het beter doet dan zijn referentie-index over een bepaalde waarnemingsperiode. De berekening van het bedrag van de (out)performance fee is doorgaans gebaseerd op een vergelijking van de prestaties van het fonds met die van een fictief fonds dat de prestatie van zijn referentie-index levert en hetzelfde inschrijvings- en terugbetalingspatroon heeft als het echte fonds. De outperformance van het reële fonds op een bepaalde datum wordt gedefinieerd als het positieve verschil tussen het nettovermogen van dit fonds en het nettovermogen van het fictieve fonds op dezelfde datum. Als dit verschil negatief is, vormt dit bedrag een underperformance die in de volgende jaren moet worden ingehaald alvorens de (out)performance fee weer kan worden opgebouwd. De precieze methode voor de berekening van de potentiële (out)performance fee voor een bepaald fonds wordt beschreven in het Essentiële-informatiedocument en in het prospectus van het fonds.

  12. Swing pricing verwijst naar een proces waarbij de netto-inventariswaarde (NIW) van een fonds wordt aangepast om de transactiekosten die voortvloeien uit de in- en uitstroom in dit fonds, te laten vereffenen door de in- en uitstromende beleggers. Swing pricing kan een nuttig mechanisme zijn om de belangen van bestaande beleggers te beschermen tegen de negatieve impact op de netto-inventariswaarde. Gelieve het prospectus van het fonds te raadplegen om de precieze toepassingsvoorwaarden ervan te kennen.

  13. De beheerder kan een anti-verwateringsmechanisme toepassen op beleggers die tot het fonds toetreden of het verlaten. De variabele antiverwateringsheffing maakt een verhoging (of verlaging) van de instap- en uitstapvergoedingen mogelijk en wordt berekend op basis van de geraamde kosten van de handel in de onderliggende beleggingen. Deze verwateringsheffing wordt aan het fonds betaald om de kosten van de herstructurering van de portefeuille voor de bestaande beleggers te beperken.

  14. Fiscale behandeling volgens de geldende wetgeving op de datum van deze brochure en afhankelijk van de individuele fiscale situatie van de belegger. Bij terugkoop van kapitalisatie- en distributieaandelen kan de individuele belegger, natuurlijke persoon en Belgisch inwoner, onderworpen zijn aan een roerende voorheffing van 30% op de inkomsten (onder vorm van interesten, meerwaarden of minderwaarden) die rechtstreeks of onrechtstreeks, afkomstig zijn van de schuldvorderingen, indien het fonds voor meer dan 10% van zijn activa in schuldvorderingen (25% indien de aandelen door de belegger aangekocht vóór 1 januari 2018) belegt, zoals bedoeld in artikel 19bis van de WIB92. Dit document vormt geen fiscaal noch juridisch advies.

×