Wie een familiebedrijf aan de volgende generatie wenst over te dragen, dient ook rekening te houden met de psychologische aspecten van de vermogensoverdracht. Een verkeerde keuze of een slecht ingeschatte situatie kan zelfs een grote impact hebben op de toekomst van de onderneming.
Laten we kennismaken met Robert die 67 jaar is. Robert is ondernemer in hart en ziel en heeft doorheen de jaren een bloeiende vennootschap opgebouwd. Robert heeft één dochter, Annelies. In het kader van zijn successieplanning heeft Robert enkele jaren geleden, op aanraden van zijn adviseur, al zijn aandelen in de vennootschap in blote eigendom aan Annelies geschonken. Robert heeft daarbij kunnen genieten van het gunsttarief op de overdracht van familiale ondernemingen, dus een schenking van de aandelen aan 0% schenkingsrecht. Het was daarbij wel de uitdrukkelijke wens van Robert om de touwtjes van de vennootschap in handen te kunnen houden. Hij is dan ook na de schenking nog steeds zaakvoerder van zijn vennootschap en als vruchtgebruiker van de aandelen oefent Robert ook de stemrechten uit op de algemene vergadering van de vennootschap. Hij heeft dus alle teugels in handen en Annelies heeft niets in de pap te brokken. Gedurende enkele jaren gaat alles goed, Robert voelt zich kiplekker en de vennootschap floreert als nooit tevoren. Maar dan slaat het noodlot toe. Robert krijgt een hartaderbreuk en overlijdt. Het vruchtgebruik van Robert dooft door zijn overlijden uit en Annelies wordt nu volle eigenaar van de aandelen. Annelies staat nu bovendien in één klap als zaakvoerder aan het hoofd van de vennootschap maar aangezien ze door Robert nooit betrokken werd bij het management van de vennootschap blijkt het een te zware taak. Onder de zware druk stapelen de beleidsfouten zich op, de verkoopscijfers tuimelen omlaag en uiteindelijk verkoopt Annelies noodgedwongen de aandelen aan Robert’s grootste concurrent tegen een veel te lage prijs ...
Robert had last van het alleenheersersyndroom. Hoewel Robert de geschikte juridische stappen gezet had om de aandelen aan Annelies over te dragen in het kader van zijn successieplanning, heeft hij toch de psychologische kant van de situatie verwaarloosd. Robert had moeten inzien dat hij zijn bedrijf op een bepaalde dag zou moeten loslaten en dat hij Annelies niet zomaar voor de leeuwen kon laten gooien.
De oplossing ligt voor de hand: Robert had Annelies klaar moeten stomen voor de zware taak als zaakvoerder. Dit is zeker geen eenvoudige opdracht. In eerste instantie had Robert samen met Annelies aan tafel moeten zitten en een stappenplan uitstippelen. Annelies kan bijvoorbeeld beginnen met enkele kleinere taken van Robert over te nemen, om vervolgens steeds moeilijkere taken aan te nemen. Robert moet daarbij trouwens zelf ook bereid zijn om af en toe water in de wijn te doen. Annelies zal immers als toekomstig zaakvoerder een eigen visie hebben die misschien niet volledig strookt met deze van Robert. Openheid en wederzijds respect zijn daarbij cruciaal. In sommige gevallen kan het zelfs aangewezen zijn om een neutrale bemiddelaar aan te stellen en zo tot een akkoord te komen over de toekomst van het bedrijf. Een succesvolle overdracht van een bedrijf is in ieder geval geen ‘instant’ gebeuren en duurt vaak jaren. Er tijdig aan beginnen en met het juiste psychologisch inzicht in de partijen is dus de boodschap.