Artikel verschenen in de Tijd op 5 december 2020.
Wie als belegger niet de tijd, de zin of de kennis heeft om zelf naar individuele aandelen of obligaties te zoeken, kan terecht bij actief beheerde beleggingsfondsen of passieve trackers die een beursindex schaduwen.
Een van de gouden regels in beleggen is niet al je eieren in één mandje te stoppen. Diversificatie voorkomt dat een aandeel, een sector of zelfs een land dat onderuitgaat schade toebrengt aan je portefeuille. Een beleggingsfonds biedt een oplossing. Zo’n fonds beheert het geld van meerdere beleggers en investeert in tientallen, tot soms duizenden aandelen of obligaties. U kunt er al met een kleine inleg instappen. Beleggen op de beurs is dus niet alleen weggelegd voor de rijken.
Via fondsen kunt u ook toegang krijgen tot beleggingen waar u als kleine garnaal moeilijk zelf in kunt investeren. Denk aan Chinese, Russische of Afrikaanse aandelen, grondstoffen als koper of zilver, of bedrijfsobligaties uit het Verre Oosten.
U moet een verschil maken tussen de fondsen die actief beheerd worden door specialisten en de passieve fondsen, die een beursindex, een obligatie-index, een grondstoffenprijs of een ander actief zo getrouw mogelijk proberen te kopiëren. Die laatste zijn de Exchange Traded Funds (ETF’s), in de volksmond ‘trackers’ of schaduwfondsen genoemd, van het Engelse werkwoord ‘to track’.
De eerste noteren niet op de beurs. U kunt ze kopen via uw bank of beursmakelaar. De tijd dat een financiële instelling voor haar klanten alleen de eigen fondsenboetiek opende, ligt gelukkig achter de rug, al proberen vooral de grootbanken nog altijd in de eerste plaats hun eigen fondsen te slijten. Voor de meeste fondsen wordt elke avond de intrinsieke waarde berekend. Wie in- of uitstapt, betaalt of ontvangt de intrinsieke waarde. Trackers daarentegen noteren op de beurs. De prijs weerspiegelt de intrinsieke waarde, maar hangt ook af van vraag en aanbod.
‘Dat gewone beleggingsfondsen niet op de beurs noteren, vind ik een pluspunt voor beginnende beleggers’, zegt Knut Huys, fondsen- en trackerspecialist van Deutsche Bank. ‘Je moet je geen zorgen maken over de timing wanneer je koopt, of over de liquiditeit (de mate van verhandelbaarheid, red.) .’
Meer dan 10.000
Charles Symons, directeur van BlackRock, vindt de beursnotering van ETF’s wel een troef. De Amerikaanse vermogensbeheerder is met iShares marktleider in trackers. ‘Wie een ETF koopt, weet perfect wat hij moet betalen want je kan de bied- en laatkoersen zien. De prijsvorming is transparanter dan bij actief beheerde fondsen, waar de prijsbepaling met vertraging gebeurt.’
Voor beide producten is de keuze overweldigend. Er zijn in België meer dan 10.000 actieve en passieve fondsen beschikbaar, wat tot keuzestress kan leiden. Sinds kort beheren passieve trackers meer centen dan actief beheerde fondsen, berekende de informatieleverancier Morningstar. Vast staat dat beide de markten doen bewegen. Wekelijks vloeien tientallen miljarden via die instrumenten in of uit de beurs. 2020 haalt door de coronacrisis alle records. November was de beste maand ooit voor de instroom in aandelenfondsen en -trackers, maart de slechtste.
Volgens de meeste specialisten is er ruimte voor beide producten in een portefeuille. ‘Trackers en fondsen zijn complementair. Maar beginnende beleggers raad ik vooral aan eerst met een adviseur te spreken’, zegt Huys. ‘Zelfs met de beste bouwstenen maak je nog geen stevig huis als je niet weet hoe je moet bouwen. De juiste spreiding tussen de activa waarin je wil beleggen, afhankelijk van je situatie en doelstellingen, is cruciaal.’
‘Als je tevreden bent met de prestaties van de markt en ook bereid bent de forse schommelingen te ondergaan, kan je een beroep doen op trackers. Maar als je iemand wil die het kaf van het koren voor je scheidt, moet je naar een actief beheerd fonds gaan. Trackers presteren doorgaans goed in zeer efficiënte markten, waar veel analisten en professionele beleggers actief zijn. Daarom is het moeilijk om als beheerder de S&P500 te kloppen, de index met de 500 belangrijkste Amerikaanse aandelen. Hoe minder efficiënt de markt, hoe meer de beheerder het verschil kan maken met eigen inzichten en analyses. De Europese beurzen, bijvoorbeeld, zijn al een pak minder efficiënt dan Wall Street.’
Vorig jaar slaagde 29 procent van de actieve fondsbeheerders in de VS erin het beter te doen dan de indexen die ze willen kloppen (na kosten), blijkt uit cijfers van Morningstar. Over de voorbije 15 jaar klopt 37 procent van de beheerders de index. Als je alleen de grote aandelenfondsen eruit filtert, doet amper 11 procent van de beheerders het beter dan de S&P500.
Plus de 10.000 fonds
Quelle que soit la catégorie sur laquelle vous jetez votre dévolu, le choix est immense. Plus de 10.000 fonds actifs et passifs sont proposés en Belgique, ce qui peut provoquer un certain stress lorsqu’il s’agit de faire son choix. Depuis peu, si l’on en croit les chiffres du bureau d’analyse Morningstar, les trackers gèrent davantage de capitaux que les fonds gérés activement.
Ce qui est clair, c’est que les deux catégories font bouger les marchés. Chaque semaine, ce sont des dizaines de milliards qui entrent ou sortent de la bourse via ce canal. Suite à la crise du coronavirus, l’année 2020 bat tous les records. Le mois de novembre fut le meilleur mois de toute l’histoire en termes de flux entrants dans les fonds d’investissement et les trackers, tandis que le mois de mars fut le plus mauvais.
Pour la plupart des spécialistes, ces deux catégories de produits méritent leur place dans tous les portefeuilles. «Les trackers et les fonds sont complémentaires. Mais je conseille aux investisseurs débutants de discuter au préalable avec un conseiller», poursuit Knut Huys. «Vous aurez beau disposer des meilleures briques, si vous n’avez pas les connaissances, vous ne pourrez pas construire une maison solide. Il est crucial de bien répartir les actifs sur base de votre situation et de vos objectifs.»
«Si vous êtes satisfait des résultats du marché et que vous pouvez vivre avec ses fluctuations, vous pouvez acheter des trackers. Mais si vous préférez que quelqu’un sépare pour vous le bon grain de l’ivraie, vous avez intérêt à vous tourner vers un fonds géré activement. Les trackers affichent généralement de bons résultats sur des marchés très efficaces où de nombreux analystes et investisseurs professionnels sont actifs. Moins le marché est efficace, plus le gestionnaire peut faire la différence avec ses connaissances et ses analyses.»
L’an dernier, selon les chiffres de Morningstar, 29% des gestionnaires de fonds actifs aux États-Unis ont réussi à surperformer leur indice de référence (hors frais). Parmi les grands fonds d’actions, seuls 11% des gestionnaires ont fait mieux que le S&P 500.
Testament van Buffett
Het lijkt er dus op dat de grondige analyses van individuele bedrijven of de honderden ontmoetingen met CEO’s vaak niet veel opleveren voor actieve fondsen. Zelfs Warren Buffett, de actieve manager bij uitstek, geeft toe dat consistent beter scoren dan de markt uiterst moeilijk is. Zijn testament bevat een clausule met een instructie voor zijn tweede echtgenote Astrid: 90 procent van de centen die hij haar nalaat, moet in een S&P500-tracker geïnvesteerd worden, de rest in overheidsobligaties.
‘Toch zijn er geniale beheerders die hun centen waard zijn en bijna consistent beter scoren dan de indexen’, zegt een fondsenspecialist, die zijn naam niet in de krant wil omdat hij meerdere fondsenhuizen als klant heeft. ‘Een beheerder kan zijn winst veiligstellen na een forse rally of gebruikmaken van kortstondige bewegingen, een tracker kan dat niet. Mijn raad: mijd wat we in de sector de ‘rip-offs’ noemen: beheerders die een stevige 3 procent kosten vragen om te investeren in grote Amerikaanse, Europese of Aziatische aandelen. Kijk naar de top tien van belangrijkste posities in de informatiefiche van het fonds. Als je merkt dat die amper afwijkt van de index, koop je beter een indexproduct. Als je daarentegen specifieke knowhow wil over kleine aandelen, bepaalde landen of moeilijk te doorgronden sectoren zoekt, neem dan een fonds met een stevig trackrecord.’
Volgens Symons stofferen steeds meer beleggers - zowel institutionelen als particulieren - de kern van hun portefeuille met ETF’s, met daarrond actief beheerde nichefondsen. ‘Het is een van de redenen waarom onze Europese trackers dit jaar al een recordinstroom van 42 miljard dollar kenden. Trackers zijn supervlot verhandelbaar. Een voorbeeld: tijdens de verkoopgolf van maart stroomde in één week 1,4 miljard euro weg uit onze ETF van bedrijfsobligaties, die 13,2 miljard beheert, een gigantische outflow. Toch kon iedereen probleemloos blijven handelen. De spread van de tracker (het verschil tussen bied- en laatkoers, red.) lag zelfs veel lager dan die van de onderliggende, individuele obligaties. Steeds meer professionele beleggers gebruiken ETF’s dan ook om het uitstappen van hun klanten te managen. Vroeger hielden ze daar een percentage cash voor opzij, maar door de negatieve rente op cash zijn de liquide ETF’s interessanter.’
Populaire trackers zijn volgens Symons ETF’s op obligaties en grote aandelen. In november waren vooral de groeimarkten en Wall Street opnieuw gegeerd. Beleggers verkochten daarentegen goudtrackers. ‘Onze ETF op Chinese obligaties is de hit van het jaar, met een stijging van 1 miljard naar 5 miljard euro beheerd vermogen. Ook trackers met als achtergrond duurzaam beleggen zijn een hoofdthema.’ Voor een beginnend belegger raadt hij twee trackers aan die voor een sterke diversificatie zorgen: ‘Via de ETF Global Aggregate Bond euro hedged, die bescherming biedt tegen wisselrisico’s, zit je in 26.000 obligaties in de hele wereld. En met World SRI Fund investeer je wereldwijd in duurzame bedrijven.’
Fondsenradar
Om de weg tussen het gigantische aanbod fondsen en trackers te vinden, moet u zich afvragen wat u wilt. Wilt u vooral in obligaties of in aandelen investeren, of beide? Mikt u op kapitaalbescherming, al kost dat op lange termijn wel een pak rendement? Of belegt u liever in bepaalde regio’s, landen, of thema’s als water, vergrijzing of robotica? De voorbije jaren zijn die themafondsen populair geworden. Ze spelen in op megatrends die sneller groeien dan de algemene economie. De fondsenradar van De Tijd (www.tijd.be/netto/fondsenradar) kan u op weg helpen om in enkele kliks het fonds te vinden dat bij u past.
Voor trackers is het aanbod sinds 2018 verschraald omdat een gedetailleerd informatiedocument voor elke ETF toen een voorwaarde werd om in de EU verhandeld te kunnen worden. Sommige Amerikaanse trackerspelers vinden het sop de kool niet waard. De populaire tracker QQQ op de Nasdaq kunt u daarom niet langer kopen, al zijn er Europese alternatieven voor zoals de iShares Nasdaq100 op de beurs van Amsterdam (ticker CNDX). Als u in de naam van de tracker ‘UCITS ETF’ terugvindt, zit u goed. Het UCITS-label geeft aan dat u de tracker in Europa kunt verhandelen.
Op de websites van de beheerders vindt u de informatiefiches van de fondsen of trackers. U vindt er de strategie die ze volgen en de voornaamste posities waarin ze investeren. Kies het best voor producten die minstens enkele tientallen miljoenen beheren. Die zijn doorgaans goedkoper en vlotter te verhandelen. Bij ETF’s opteert u het best voor fysieke trackers. Die beleggen rechtstreeks in de onderliggende effecten, in tegenstelling tot synthetische trackers, die dat doen via afgeleide producten. Bij die laatste is er een tegenpartijrisico, terwijl de kosten op lange termijn hoger liggen.
Let op de kosten
Kosten nemen bij elke belegging een hap uit het rendement. Vaak wordt gezegd dat trackers goedkoper zijn dan fondsen. Dat klopt voor de jaarlijkse beheerskosten. Een actief fonds managen vraagt de nodige analyses en mankracht, terwijl een tracker louter een index volgt en een computerprogramma het meeste werk kan doen. Al hangt veel af van het type fonds en de financiële instelling waar u klant bent. Een fondsbeheerder rekent doorgaans 1 à 3 procent beheerskosten aan. Bij trackers varieert dat van 0,1 procent of zelfs minder voor ETF’s op gemakkelijk toegankelijke indexen als de Duitse DAX of de Amerikaanse S&P500 tot 0,6 procent voor gespecialiseerde trackers zoals voor Filipijnse aandelen.
Maar u moet rekening houden met het volledige plaatje. Want ook uw broker en Vadertje Staat romen de opbrengst af. Wie een fonds koopt, betaalt vaak een percentage van zijn inleg als instapkosten. Soms is dat zelfs gratis. U kunt daardoor gemakkelijk kleine bedragen beleggen. Wie elke maand 100 euro wil investeren, is via een fondsbeheerder die 1 procent instapkosten aanrekent 1 euro kwijt. Bij sommige banken kunt u al vanaf 20 euro per maand in een fonds investeren.
Bij trackers kan dat niet. Omdat ze op de beurs noteren, moet u bij aan- en verkoop het gewone commissieloon van uw broker betalen. Dat is al vlug 7,50 euro voor bedragen onder 2.500 euro. Het verhindert om via kleine, maandelijkse stortingen in trackers te beleggen. Want wie met diezelfde 100 euro een tracker koopt, is meteen 7,50 euro of 7,5 procent van zijn inleg kwijt. Wie in een tracker wil investeren, doet dat het best met bedragen van minstens 1.000 euro, net als voor een aandeel.
Belastingen
Ook de belastingen verschillen. Die zijn - noblesse oblige in België - een kluwen. Op trackers die in België of de Europese Economische Ruimte zijn geregistreerd - dat is de EU plus Zwitserland, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein - betaalt u 0,12 procent beurstaks bij aan- en verkoop. Voor andere moet u 0,35 procent betalen. Er is een belangrijke uitzondering: voor kapitaliserende trackers - dat zijn ETF’s die de dividenden die ze ontvangen weer herinvesteren - moet u 1,32 procent transactietaks betalen, zowel bij de aan- als de verkoop, als die tracker in België geregistreerd is. Gelukkig zijn de meeste dat niet. De populairste trackers in België zijn van Luxemburgse of Ierse origine, waarop u dus 11 keer minder transactiekosten betaalt.
Ook bij beleggingsfondsen maakt het uitkeringsbeleid een verschil. U betaalt niets bij de aan- en verkoop van distributiefondsen - dat zijn fondsen die dividenden uitkeren - maar wel 1,32 procent bij de verkoop van kapitalisatiefondsen. De aankoop is altijd taksvrij.
Daarnaast moet u nog de roerende voorheffing van 30 procent betalen op de dividenden die klassieke fondsen of trackers uitkeren. In tegenstelling tot de dividenden van aandelen voor sommige landen kunt u die taks niet deels recupereren. De bedragen tellen ook niet mee om in de belastingvrije korf van dividenden op uw aangifteformulier te stoppen.
En dan is er nog de verfoeide Reynderstaks, zo genoemd omdat die in 2006 onder het bewind van Didier Reynders als minister van Financiën tot stand kwam. Wie fondsen of trackers verkoopt die meer dan 10 procent in vastrentende producten investeren, moet 30 procent roerende voorheffing betalen op de meerwaarde van het vastrentende gedeelte. Dat veroorzaakt vaak kopbrekens bij de beheerders. Sommige buitenlandse fondsenhuizen weigeren die administratieve rompslomp bij te houden, waardoor uw bank kan beslissen de taks op de volledige meerwaarde aan te rekenen. Het is een stevig argument tegen gemengde fondsen die zowel in obligaties als aandelen investeren. U kunt dat oplossen door apart een obligatie- en aandelenfonds te kopen.
Laat u ondanks het kluwen van kosten en belastingen niet van de wijs brengen, want daarvoor bieden fondsen én trackers te veel opportuniteiten. Trackers liggen soms wel onder vuur. Omdat ze zo omvangrijk geworden zijn en velen via de producten in dezelfde effecten zitten, menen critici dat ze een gevaar vormen voor het financieel systeem. Met één muisklik kunnen beheerders miljarden een andere richting uitsturen, wat de koersbewegingen kan uitvergroten. Maar ook actief beheerde fondsen lokten al rare bewegingen uit op de beurs. De voordelen bleken tot nu veel groter dan de nadelen.
Voor wie niet kan kiezen tussen een fonds of een tracker: koop er wat van de twee. Beide verdienen een plaats in de portefeuille.
Serge Mampaey
Copyright © 2020 Mediafin. Alle rechten voorbehouden