- Voor het eerst sinds 2002 is 1 euro minder waard dan 1 dollar. De euro/dollar-wisselkoers zakte tot 0,9998.
- Het duidelijke verschil tussen de Fed en de ECB inzake de snelheid van de normalisering van het monetaire beleid speelt een rol, evenals de bezorgdheid over een energiecrisis in Europa.
- Op korte termijn kan de druk op de euro aanhouden. Op de middellange termijn zou de euro zich licht moeten kunnen herstellen ten opzichte van de dollar.
Wat is er gebeurd?
De afgelopen maanden was de vraag naar dollars redelijk groot. De duidelijke toezegging van de Fed om krachtig op te treden tegen de aanhoudende hoge inflatiecijfers heeft hierin een belangrijke rol gespeeld. Een renteverhoging met 0,75% tijdens haar volgende vergadering (26-27 juli) lijkt nu gerechtvaardigd, nadat de Amerikaanse inflatie in juni met 9,1% opnieuw de verwachtingen overtrof. De Fed is ook al begonnen met het afbouwen van haar totale balans en haar obligatieposities. De rente op Amerikaanse staatsobligaties is de afgelopen maanden aanzienlijk gestegen en ligt voor de meeste looptijden rond de 3%.
Turbulente bewegingen op de aandelen- en obligatiemarkten als gevolg van geopolitieke en economische onzekerheid hebben de vraag van beleggers naar ‘veilige haven’-valuta's doen toenemen, waarvan vooral de USD – naast de CHF (Zwitserse frank) – heeft geprofiteerd. Zelfs in marktscenario's die uitgaan van een Fed die zo agressief is dat zij een recessie in de VS zou tolereren of veroorzaken, kan de vraag naar USD nog steeds toenemen vanwege deze toegemeten ‘veilige haven’-kenmerken.
Dit gezegd zijnde, worden de VS inderdaad minder getroffen door de oorlog tussen Rusland en Oekraïne dan de landen van de eurozone. Dit is op zijn beurt een van de factoren die momenteel druk uitoefenen op de euro. De verminderde toevoer van aardgas uit Rusland naar Duitsland in de afgelopen weken en de huidige stillegging van de belangrijke Nord Stream 1-pijpleiding voor onderhoudswerken hebben de vrees doen toenemen dat Rusland misschien niet langer aardgas via deze pijpleiding naar West-Europa zal sturen, zelfs niet nadat de werken zijn voltooid.
Als de gastoevoer na 21 juli (wanneer het onderhoud moet zijn afgerond) inderdaad niet wordt hervat, zou een recessie in Duitsland en andere landen van de eurozone (Italië is ook sterk afhankelijk van Russisch aardgas) bijna onvermijdelijk zijn. De markten hebben daarom een risicopremie ingeprijsd, wat op de euro en de Europese aandelenmarkten weegt.
Hoe reageerden de beurzen?
De EUR/USD-wisselkoers heeft 0,9998 bereikt, waarbij de EUR ook verzwakte tot onder de pariteit ten opzichte van de CHF. De markten kijken nu uit naar de vergadering van de ECB op 21 juli, in het bijzonder naar hoe groot die eerste renteverhoging zal zijn en naar de details van het 'anti-fragmentatie'-instrument. Door de moeilijke positie waarin de ECB zich bevindt – met uiteenlopende belangen in de eurozone en een historisch complexere besluitvorming – prijst de markt vooral het neerwaartse risico in en kan de euro op korte termijn nog verder wegzakken.
Wat betekent dat voor beleggers?
Momenteel overheerst in de eurozone de vrees voor een recessie als gevolg van een mogelijk energietekort. Dit zou de euro op middellange termijn echter kunnen ondersteunen. Als Rusland de exploitatie van de Nord Stream 1-pijpleiding na de voltooiing van de onderhoudswerken hervat en het aardgas op het contractueel overeengekomen niveau wordt geleverd, zou dat een belangrijke ruggensteun voor de euro betekenen. De risicopremie zal waarschijnlijk niet volledig worden uitgegomd, omdat de Russische president Poetin de mogelijkheid van onderbrekingen van de gastoevoer waarschijnlijk achter de hand zal houden als drukkingsmiddel. Desondanks is een opluchtingsrally voor de euro nog steeds mogelijk omdat de vrees voor een recessie enigzins kan afnemen.
De laatste dagen zijn er steeds meer tegengeluiden te horen binnen de ECB, die wijzen op de neveneffecten van een zwakke euro in termen van geïmporteerde inflatie. Tijdens de volgende ECB-vergadering op 21 juli zou de rol van de zwakke euro in dat opzicht explicieter kunnen worden vermeld en zouden verschillende ECB-bestuursleden voor sterkere renteverhogingen kunnen pleiten. De devaluatie van de euro ten opzichte van de dollar met ongeveer 11% sinds het begin van het jaar heeft energie en voedsel aanzienlijk duurder gemaakt, waardoor politici zich zorgen maken over de gevolgen voor de bevolking. Toch zal de ECB waarschijnlijk nog steeds voorzichtig te werk gaan, waardoor het tijdperk van negatieve rentevoeten pas in september zou eindigen. Vanwege de bezorgdheid over de 'fragmentatie' (dit verwijst naar een stijging van het renteverschil tussen landen in de periferie en die van de kernzone) van de eurozone, zal de ECB de obligaties op haar balans ook op middellange termijn niet afbouwen. Op korte termijn zal de druk op de euro echter aanhouden.
In de afgelopen maanden was de vraag naar de dollar groot als gevolg van het risicosentiment en de hogere rente. De markten beginnen echter al te anticiperen op een mogelijk milder tempo van renteverhogingen in de VS, terwijl de ECB mogelijk een restrictiever monetair beleid gaat voeren. Tijdens de vergadering van volgende week kunnen ook details over haar 'anti-fragmentatie'-instrument worden onthuld, wat het marktsentiment kan helpen verbeteren en de toenemende spreads binnen de eurozone onder controle zou kunnen houden. De vooruitzichten voor de euro blijven echter afhankelijk van de zorgen over de energievoorziening in de eurozone, waardoor de munt op korte termijn onder druk zal blijven staan. Wij voorspellen echter dat de EUR/USD in juni 2023 op 1,10 zal staan.
Is uw portefeuille nog aangepast aan de economische realiteit?
Bent u nog geen cliënt?
Word cliënt om te kunnen profiteren van het advies van onze experts.
Bent u al cliënt?
Bel Talk & Invest op 078 153 154 of maak een afspraak in uw Financial Center, online of via 078 156 160.